Wanneer u uw hond meeneemt naar het buitenland zijn er een aantal zaken verplicht. Sinds juli 2004 moet uw hond in het bezit zijn van het officiële Europese dierenpaspoort. Tevens moet uw hond gechipt zijn of een leesbare tatoeage (van voor 3 juli 2011) bezitten. Ook moet uw hond minimaal drie weken voor vertrek ingeënt zijn tegen hondsdolheid (rabiës). Op dit moment is er maken wij gebruik van het vaccin wat eens in de drie jaar gegeven hoeft te worden. Binnen de EU zijn er geen aparte gezondheids-verklaringen meer nodig.

In landen als Engeland, Noorwegen en Zweden golden voorheen strenge quarantaine maatregelen. Deze landen hebben inmiddels hun eisen versoepeld. Toch bestaan er nog tal van eisen waaraan uw hond moet voldoen. Eén van die bepalingen is bijvoorbeeld dat uw hond, na de enting tegen hondsdolheid, ook nog een bloedtest moet ondergaan om te kijken of de bescherming tegen rabiës wel voldoende is. Sinds 1 januari 2012 is ook de rabiestiter-bepaling niet meer nodig en hanteren het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Zweden en Malta dezelfde eisen als de EU landen.

Daarnaast is er voor sommige landen een speciale gezondheidsverklaring nodig. Uw hond moet een officieel Europees paspoort hebben (zie foto) en het is ook verplicht uw hond te voorzien van een chip. De chipcodes zijn internationaal, zodat u te achterhalen bent als uw hond bijvoorbeeld wegloopt. Naast dat het soms verplicht is, is het sowieso verstandig deze chip aan te laten brengen.

Waar u ook naartoe gaat: vergeet niet uw dier onderweg voldoende te voorzien van vers drinkwater!

In onderstaande checklist kunt u voor u zelf een kleine controle uitoefenen;

• Informeer tijdig waaraan u en uw hond moeten voldoen in het land van bestemming en de landen waar u doorheen reist.
• Neem de juiste papieren mee als bewijs dat uw hond/kat voldoet aan de eisen door het land gesteld.
• Neem voor de reis voldoende drinkwater voor uw dier mee.
• Zorg dat uw hond minimaal 21 dagen van te voren is ingeënt tegen hondsdolheid.
• Zorg voor een goede tekenpreventie.
• Neem eigen voer mee voor de periode dat uw dier in het buitenland verblijft.
• Informeer welke gevaarlijke dieren voorkomen in het gebied waar u verblijft.
• Eet in het buitenland liever geen zelfgeplukte ongewassen bosvruchten en paddenstoelen.