Wat is een los processus anconeus (LPA)?

Het processus anconeus is een onderdeel van de ellepijp wat een beetje uitsteekt en in het opperarmbeen (humerus) scharniert. Tijdens de groei van de hond ontwikkelt het processus anconeus zich uit het kraakbeen is het is rond de 5e levensmaand verbeend met de rest van de ellepijp. Het los raken van het processus anconeus vindt dus vooral plaats voordat deze verbening een feit is, dus vóór de 5e levensmaand.

Hoe ontstaat een los processus anconeus?

Er zijn meerdere oorzaken voor het ontstaan van een LPA:

1. Afwijkende groei ellepijp en spaakbeen

Wanneer het spaakbeen sneller groeit dan de ellepijp zal er meer kracht en frictie komen op het zich ontwikkelende processus anconeus waardoor het gemakkelijk af kan breken. Deze afwijkende groeisnelheden kunnen ontstaan door een beschadiging van de groeischijf van de ellepijp (waardoor deze langzamer groeit) of als erfelijke afwijking.

2. Afwijkende verbening van processus anconeus

Ten gevolge van trauma (verstappen, vallen, geweld van buitenaf) kan er een breuk ontstaan in het verbeningscentrum van het processus anconeus waardoor een groeistoornis ontstaat. Ook kan er afwijkende verbening van het processus anconeus ontstaan als erfelijke afwijking zoals voorkomt bij de duitse herder.

Wat zijn de symptomen van een LPA?

Honden met een LPA kunnen de volgende symptomen vertonen:

  • kreupelheid van een voorpoot op jonge leeftijd (5 maanden - 1 jaar)
  • pijnlijke elleboog bij strekken en buigen
  • verdikte elleboog ten gevolge van vochtophoping

Wat zijn de gevolgen van een LPA?

Een LPA geeft vaak snel klachten maar kan ook klachtenloos aanwezig zijn. Het losse stukje kan locaal irritatie in het gewricht geven met uiteindelijk artrose tot gevolg. Een snelle ontdekking van een LPA is van belang omdat daardoor snel ingegrepen kan worden voordat er uitgebreide artrotische veranderingen aanwezig zijn en het gewricht 'versleten' genoemd kan worden.

Bij welke rassen wordt het LPA vaak gezien?

Bij de duitse dog, de duitse herder en de basset wordt het LPA vaker gezien. Een erfelijke achtergrond wordt dan ook vermoed. De basset heeft door zijn afwijkende stand van de voorpoten met incongruentie van de elleboog ook vaker een LPA.

Hoe stellen we de diagnose LPA?

Op basis van de leeftijd, het ras, het beeld van de kreupelheid en het klinisch onderzoek daarvan kan de dierenarts de waarschijnlijkheidsdiagnose stellen. Met uitgebreid rontgenonderzoek  kan de diagnose bevestigd worden.

Wat is de behandeling van een LPA?

Globaal zijn er twee behandelingsmethoden; het losse processus anconeus kan uit het gewricht verwijderd worden of het losse stuk kan vastgezet worden door middel van schroefjes. Welke behandeling gekozen wordt hangt af van meerdere factoren. De oorzaak van het LPA (trauma, afwijkende lengtegroei spaakbeen/ellepijp) en de mate van artrose die inmiddels is ontstaan zijn daarbij erg belangrijk. Ongeveer 80% van de honden met een LPA hebben baat bij een operatieve behandeling.