Wat is een pancreatitis?

Bij gezonde dieren worden de enzymen uit de alvleesklier (lipase, amylase en trypsine) in het alvleeskliersap in een niet-actieve (dus niet werkzame) vorm via de afvoerbuis van de alvleesklier naar de dunne darm vervoerd. In de darm worden de enzymen geactiveerd waarna ze voedsel kunnen gaan verteren.

Bij een acute pancreatitis of alvleesklierontsteking worden de enzymen al in de alvleesklier actief waardoor het alvleesklierweefsel door de eigen enzymen verteerd wordt. Hierdoor zullen cellen van de alvleesklier beschadigd raken waardoor er nog meer enzymen vrij komen en de weefselbeschadiging verder toeneemt.

Bij een chronische pancreatitis is de alvleesklier chronisch ontstoken waardoor er in de alvleesklier gebieden van littekenweefsel ontstaan.  Door de voortschrijdende verkalkingen en het littekenweefsel zal ook de afvoergang naar de darm vernauwen waardoor het transport van de alvleeskliersappen gehinderd wordt; dit levert niet alleen een verminderde hoeveelheid enzymen in de darm op maar ook een verhoogde druk in de alvleesklier waardoor de alvleesklier verder beschadigd raakt. Langzaamaan verdwijnt er steeds meer gezond alvleesklierweefsel en gaat de alvleesklier in funktie achteruit. Hoewel de alvleesklier een reservecapapciteit heeft van 70%, zullen er uiteindelijk helemaal geen enzymen en hormonen worden geproduceerd.


Wat zijn de symptomen van een pancreatitis?

De volgende symptomen kunnen bij pancreatitis voorkomen:

  • verlies van eetlust
  • braken
  • buikpijn
  • uitdroging
  • slapte
  • diarree
     

Wat zijn de oorzaken van een pancreatitis?

De oorzaak van de acute pancreatitis is in 90% van de gevallen onbekend wat wil zeggen dat er geen oorzaak gevonden kan worden. Van de overige 10% wordt de pancreatitis veroorzaakt door:

  • beschadiging van de alvleesklier door een ongeval of chirurigsche ingreep
  • doorbloedingstoornissen
  • virusinfectie
  • bepaalde medicijnen
  • tumor van de alvleesklier of lever

De oorzaken van de chronische pancreatitis kunnen zijn:

  • erfelijk aanleg
  • ten gevolge van een langdurige acute pancreatitis
  • langdurige belemmering van de afvoergang door bijvoorbeeld een tumor
  • beschadiging van de alvleesklier door een ongeval

Hoe stellen we de diagnose?

Op basis van de klinische symptomen, het verhaal van de eigenaar en het klinisch onderzoek van de hond kan de waarschijnlijksdiagnose gesteld worden die door middel van bloedonderzoek en eventueel röntgenologisch of echografisch onderzoek kan worden bevestigd.

Hoe behandelen we een pancreatitis?

De behandeling van een acute pancreatitis bestaat uit het toedienen van infuus, pijnstillers en eventueel antibiotica. Door het infuus zullen de bloedwaarden langzaam normaliseren. Op de langere termijn wordt vaak gekozen voor een speciaal dieet om de alvleesklier te ontlasten.

De behandeling van de chronische pancreatitis bestaat voornamelijk uit pijnbestrijding en ondersteuning op voedingsgebied. Omdat een groot deel van de alvleesklier uitgevallen is kan het raadzaam zijn om de verteringsenzymen als supplement toe te dienen (net als bij honden met exocriene pancreasinsufficiëntie (EPI)). Honden die ook uitval hebben van het endocriene deel van de alvleesklier en daardoor suikerziekte hebben ontwikkeld zullen als een suikerpatiënt behandeld moeten worden met insuline.