Wat is het Brachycephaal Obstructief Syndroom (BOS)?

Het Brachycephaal Obstructief Syndroom (BOS) is een complex van anatomische afwijkingen van de voorste luchtwegen bij voornamelijk kortsnuitige honden (brachycephale rassen). De klachten kunnen varieren van licht snurken tot ernstige benauwdheid door obstructie van de luchtwegen.

Wat zijn brachycephale honden?

Brachycephale of kortsnuitige hondenrassen zijn rassen met een extreem korte neus. Voorbeelden van brachycephale rassen zijn de Engelse en Franse bulldog, de mopshond, de pekingees en de cavelier king Charles spaniel. De korte snuit is het gevolg van (vaak extreme) fokkerij waarbij de steeds korter wordende neus binnen het ras als ideaal wordt aangemerkt. Een voorbeeld van de snelle verandering van de schedellengte is de Engelse bulldog; op onderstaand plaatje zie je de verkorting van de neus in amper 50 jaar.

Mopshond5Mopshond met zeer korte neus

 

Tegenover de brachycephale rassen staan de mesaticephale (normale schedellengte) zoals de labrador retriever en de dolichocephale rassen (langschedelig) zoals de windhonden. Wanneer we de schedels van deze groepen met elkaar vergelijken wordt (pijnlijk) duidelijk hoe afwijkend de kortsnuiten eigenlijk zijn gefokt.

Uit welke anatomische afwijkingen bestaat het Brachycephaal Obstructief Syndroom?

Bij het BOS zien we één of een combinatie van onderstaande afwijkingen:

  • vernauwde neusgaten
  • te lang zacht gehemelte (palatum molle)
  • te nauwe luchtpijp


Door de vernauwde neusgaten zal de ingeademde lucht door een kleinere opening naar binnen moeten. Vergelijk dit met ademen door een rietje. De honden moeten meer moeite doen om goed in te ademen en de hond kan gaan snurken en knorren. Het te lange gehemelte wordt tijdens de ademhaling een stukje te keel ingezogen en blokkeert in meer of mindere mate de ademweg. Een te nauwe luchtpijp (trachea hypoplasie) zorgt er voor dat de ademhaling nog meer bemoeilijkt wordt; de lucht moet immers door een nauwer buisje naar de longen. De verhoging van de luchtsnelheid in de keel zorgt er tevens voor dat de amandelen (tonsillen) naar buiten puilen waardoor de luchtweg nog nauwer wordt. Zwelling van de slijmvliezen door irritatie zal de ademhaling nog meer bemoeilijken (laryngeale collaps). Niet alle componenten van het complex komen bij alle honden voor en ook de ernst van de afzonderlijke afwijkingen kan erg verschillen. Uiteindelijk resulteren bovenstaande afwijkingen in een bemoeilijkte ademhaling met als gevolg een continu zuurstoftekort voor de hond.

Mopshond

 

Wat zijn de symptomen van BOS?

De symptomen die kunnen optreden zijn allemaal het gevolg van een bemoeilijkte ademhaling zijn:

  • snurken, knorren
  • benauwdheid in alle gradaties: soms alleen bij inspanning, opwinding of en warm weer, soms ernstige ademnood
  • hoesten
  • minder eetlust

Welke risico's lopen brachycephale rassen?

Brachycephale rassen zijn veel gevoeliger voor oververhitting. Omdat hijgen het enige mechanisme is voor een hond om warmte kwijt te raken zal bij een kortsnuit het hijgen tot meer zwelling van de voorste luchtwegen lijden en de toch al bemoeilijkte ademhaling nog moeilijker maken met een nog groter zuurstoftekort als gevolg. Brachycephale rassen hebben ook een verhoogd narcoserisico doordat de luchtwegen dan nog verder kunnen vernauwen. Wanneer een kortsnuitige hond onder narcose gaat zal hij ten alle tijden geïntubeerd moeten worden zodat een voldoende ruime luchtweg gegarandeerd wordt.

Hoe stellen we de diagnose?

Op basis van lichamelijk onderzoek en het ras wordt de waarschijnlijkheidsdiagnose gesteld. Inspectie van de keel en het gehemelte onder sedatie kunnen belangrijke aanwijzingen geven en de te nauwe luchtpijp is door middel van een röntgenfoto aan te tonen of uit te sluiten.

Waaruit bestaat de behandeling?

Afhankelijk van de ernst van de klachten zal een therapie worden ingesteld. Het is een illusie om de brachycephale rassen een 100% normaal hondenleven te laten leiden en zij zullen in meer of  mindere mate moeten leren leven met hun luchtwegproblemen. Het is echter wel onze taak om het leven van ernstige gevallen te vergemakkelijken. Belangrijke onderdelen van de aanpak zijn:

  • gewichtsreduktie. Overgewicht resulteert in een nog moeilijkere ademhaling
  • medicamenteus. Luchtwegverwijdende en slijmoplossende medicijnen kunnen effectief zijn.
  • chirurgie. In ernstige gevallen is het helaas nodig om chirurgisch in te grijpen. Zo kunnen de neusgaten verwijd worden (neusvleugelcorrectie), kan het zachte gehemelte worden ingekort en kan een stent worden geplaatst in een te nauwe luchtpijp.

Hoe is de prognose?

Hoewel veel kortsnuiten een redelijk normaal leven kunnen leiden, al niet met chirurgisch ingrijpen, moeten we helaas constateren dat deze hondenrassen allemaal in een bepaalde mate benauwd zijn. Het snurken wat menig eigenaar zo schattig vindt is helaas het gevolg van een bemoeilijkte ademhaling met bijbehorend zuurstoftekort. Het is noodzakelijk dat ook in de fokkerij het besef doordringt dat het weer terugfokken van een enigszins normale neus cruciaal is voor de toekomst van deze rassen.