Wat is de vossenlintworm?

De vossenlintworm (Echinococcus multilocularis) is zeer gevaarlijk voor de mens. De worm is 2 tot 6 mm lang en komt in grote delen van Europa voor en is inmiddels ook in Nederland bij vossen (en zwerfhonden) aangetroffen.

20110513040552vos

 

Hoe treedt besmetting op van de vossenlintworm?

De eitjes van de lintworm worden uitgescheiden door de vos maar ook door andere vleeseters. De eitjes zijn erg klein en zo licht als stof en kunnen gemakkelijk door wind, regen of insekten verspreid worden. Zo kunnen allerlei bosvruchten en paddenstoelen besmet raken. Kleine knaagdieren eten de eitjes die door de vos zijn uitgescheiden . In de lever van deze knaagdieren ontwikkelen de eitjes zich verder. Vossen infecteren zich door vervolgens weer de besmette knaagdieren op te eten. In de darm van de vos, maar ook bijvoorbeeld de kat of hond worden de wormen volwassen. Een mens kan zich besmetten door het contact met vossenuitwerpselen, door contact met een besmette kat of hond, door eitjes uit gronddeeltjes of door het eten van wilde bosvruchten of zelf geplukte bospaddenstoelen waarop deze eitjes kunnen zitten. Eet deze dus alleen na grondig wassen!

Bij de mens ontwikkelt zich vanuit het ei een larve die gestaag uitgroeit tot een zogenaamde blaasworm, een soort vochtblaas. Meestal bevindt deze zich in de lever, maar soms ook elders in het lichaam. Het grootste probleem vormt het feit dat uit deze vochtblazen na verloop van tijd nieuwe blaaswormpjes ontstaan, die elders in het lichaam uitgroeien.

Honden die contact hebben met vossenontlasting kunnen drager worden van de vossenlintworm. Ze hebben daar zelf geen last van, maar kunnen wel eitjes uitscheiden die besmettelijk zijn voor de mens. Vermijd daarom het contact tussen uw hond en een vos of zijn uitwerpselen en behandel honden die toch risico lopen regelmatig tegen lintworm. Raak om deze reden een (dode) vos nooit aan.

Waar komt de vossenlintworm voor?

Van oudsher komt de vossenlintworm voor in centraal-Europa, in het bijzonder in zuid-Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en oost-Frankrijk. Sinds 1996 is de vossenlintworm ook in België en Nederland aangetroffen. Zo is bekend dat in de belgische Ardennen circa 30% van de vossen drager is van de vossenlintworm.

 

20110513031750distr-map-echinococcus

 

Wat zijn de risico's voor de mens?

Na opname van de lintwormeitjes kan het vele jaren duren voordat er zich bij de mens ziekteverschijnselen voordoen (5 tot 15 jaar).  De verschijnselen zijn weinig specifiek en omvatten buikpijn, kortademigheid en soms geelzucht. In de lever zal de larve van de lintworm uit kunnen groeien tot een cyste die langzaamaan het hele orgaan vernietigd. Ook is uitzaaiing naar andere organen mogelijk waar ook cysten kunnen ontstaan. Wanneer echinococcose op tijd ontdekt wordt kan met medicatie en/of operatief ingrijpen stabilisatie van de toestand kunnen worden bereikt, terwijl de prognose zonder behandeling zeer slecht is met de dood tot gevolg in 70-90% van de gevallen.

Hoe kunnen we besmetting voorkomen?

Om het risico zo klein mogleijk te maken zijn er een aantal hygiënische maatregelen te nemen:

  • bosvruchten (bramen, frambozen en bosbessen) en zelfgeplukte paddenstoelen grondig wassen en eventueel koken voor consumptie
  • handen goed wassen na tuinieren en andere grondwerkzaamheden
  • voorkom contact met vossen
  • honden die bij de vossenjacht worden ingezet na de jacht afdouchen en regelmatig ontwormen